4. L'Ufficio può chiedere alla persona che effettua il pagamento di provare in che data è stata soddisfatta una delle condizioni del paragrafo 3, lettera a), nonché eventualmente di pagare la soprattassa di cui al paragrafo 3, lettera b), entro un termine da esso stabilito.
4. Het Bureau kan eisen dat de persoon die de betaling heeft verricht, bewijst op welke datum aan een van de in lid 3, onder a), vastgestelde voorwaarden werd voldaan, en, in voorkomend geval, dat hij binnen een door het Bureau vast te stellen termijn de in lid 3, onder b), bedoelde toeslag betaalt.
