12. accoglie favorevolmente la pronta reazione del pres
idente del Comitato delle regioni alla scoperta di vizi e irregolarità; prende atto della sua dichiarazione, pronunciata dinanzi alla commissione competente il 4 novembre 2003, in cui egli riconosce che vi è stata una cultura endemica di nepotismo in seno al
Comitato delle regioni nel 2001 e in cui comunica l'intenzione di sottoporre nel febbraio 2004 una proposta globale di riforma amministrativa del
Comitato delle
regioni ...[+++] all'Ufficio di presidenza dello stesso; ritiene che questa proposta debba essere elaborata con il contributo attivo di un esperto esterno indipendente, ad esempio un ex membro della Corte dei conti, e accoglie positivamente l'impegno in tal senso del Segretario generale facente funzioni; chiede al Comitato delle regioni di trasmettere non appena possibile il testo della proposta al Parlamento europeo; reputa che la proposta debba includere garanzie in merito alla capacità del revisore interno di svolgere il proprio compito in modo professionale e indipendente, nonché un impegno ad allineare la propria decisione sulle indagini dell'OLAF con il regolamento (CE) n. 1073/1999 dell'OLAF e la decisione della Commissione 1999/396/CE, CECA, Euratom sulle stesse; 12. juicht de snelle reactie toe van de
voorzitter van het Comité van de regio's op de vastgestelde tekortkomingen en onregelmatigheden; neemt kennis van de verklaring van de Voorzitter va
n het Comité van de regio's, uitgesproken ten overstaan van de bevoegde commissie op 4 november 2003, waarin hij erkende dat er "in 2001 in het Comité van de Regio's een ingewortelde cultuur van vriendjespolitiek" heerste, en waarin hij aankondigde het Bureau in februari 2004 een algemee
...[+++]n voorstel voor hervorming van de Administratie van het Comité van de regio's voor te willen leggen; is van mening dat dit voorstel moet worden uitgewerkt met de actieve hulp van een onafhankelijke externe deskundige, zoals een voormalig lid van de Rekenkamer, en juicht de desbetreffende toezegging van de fungerend secretaris-generaal toe; verzoekt het Comité van de regio's de tekst van het voorstel zo spoedig mogelijk aan het Europees Parlement te doen toekomen; is van oordeel dat een dergelijk voorstel garanties moet bevatten met betrekking tot het vermogen van de intern controleur om zijn taken op professionele en onafhankelijke wijze uit te voeren, alsmede de toezegging om het besluit inzake OLAF-onderzoeken af te stemmen op OLAF-verordening (EG) 1073/1999 en besluit 1999/396/EG, EGKS, Euratom van de Commissie inzake OLAF-onderzoeken;